Trainingstips

Lees hier nuttige trainingstips om je paard in optimale conditie te houden.

Een goed opgebouwde training is heel belangrijk om spierproblemen te vermijden.  Het begint reeds bij de opwarmfase. Twintig tot dertig minuten zou hieraan besteed moeten worden, ongeacht het paard, de ruiter, de discipline of het niveau.

Hier alvast een paar tips:

  • Minimaal 10 min instappen en uitstappen
  • Kies in het begin voor een rustig basistempo in alle gangen
  • Geef niet constant been
  • Denk aan de verbinding op de buitenteugel (heel belangrijk bij het ‘rechtrichten’ van je paard)
  • Heel regelmatig overgaan in stap (max. om de 10 min)
  • Maak galop belangrijk: deze gang laat de bilspieren optimaal werken
  • Na stap, kort draf en snel overgang naar galop (maar in een rustig ontspannen tempo)
  • Zolang het paard geen ontspannen rug heeft, in verlichte zit rijden
  • Rijden met een goed passend zadel: voldoende ruim (schouders en wervelkolom), recht liggen, heel zacht en verend op de rug

Paarden met veel spierproblemen kiezen dikwijls voor een hoog tempo, het is een manier van overleven (kort en snel). Dus wanneer je paard steeds wegholt na de sprong of altijd maar wil galopperen in het begin van de opwarming, is de kans groot dat hij/zij spierproblemen heeft. Rust brengen in de gangen is heel belangrijk. Een veel gehoorde opmerking is dat bij een rustig tempo, het paard achteraan niet voldoende ondertreedt. Maar wanneer je paard enkel in een hoog tempo er in slaagt om zijn achterhand onder te brengen, dan wijst dit dikwijls op spierproblemen. Het paard moet in eerste instantie de kans krijgen om in de voorhand goed warm te worden. Wanneer het paard los is in zijn lichaam en zijn rug goed kan bewegen (door bv sportmassage of osteopathie), zullen de achterbenen vanzelf vele malen sterker worden. Hierdoor kunnen de spieren van de achterhand zich op de juiste manier opbouwen.

Tijdens de opwarming moet het paard laag en rond ingesteld worden (niet te verwarren met diep en rond). Door de voorwaarts-neerwaartse gestrekte bovenhalslijn, wordt de rug in de gewenste positie geheven, zodat de lange rugspier ontspannen kan werken en vrij kan bewegen. Het niet voorwaarts-neerwaarts kunnen rijden van een paard, wijst ook heel dikwijls op spanning in de lange rugspier (loopt van de heup tot aan het hoofd).