Ontdek welke invloed het hoofd heeft op de rug van een paard?

In een vorige blog heb ik reeds gesproken over de voorwaarts-neerwaartse gestrekte halshouding en hoe belangrijk hij is voor een goede opwarming.  In deze blog ga ik hier een beetje dieper op in.

Deze houding wordt ook aangenomen door een grazend paard.


Op die manier kan hij/zij, zonder een grote spierinspanning, het gewicht van zijn borst-en buikholte dragen.  De basisregel dat een jong paard voorwaarts-neerwaarts met uitgestrekte hals moet bereden worden, vindt hierin zijn oorsprong.  Dit wil niet zeggen dat het paard op de voorhand mag lopen (wordt dikwijls verkeerd begrepen). Het betekent slechts dat het jonge paard dat nog weinig spieren ontwikkeld heeft om de ruiter te dragen, een mogelijkheid wordt geboden om door middel van een zo lang mogelijke, voorwaarts-neerwaarts gestrekte hoofd-hals-as, zijn rug te dragen, inclusief het gewicht van de borst- en buikholte en het ruitergewicht. Ook voor een ervaren paard is het belangrijk om op deze manier het paard op te warmen. In deze houding kan de stuwkracht van de achterhand door de rug lopen om zo uiteindelijk via de nek in de ruiterhand terecht te komen. Enkel op deze manier laat de onmisbare aanleuning zich van achteren naar voren opbouwen.


Uit dit voorbeeld blijkt al dat de positionering van het hoofd en de hals een aanzienlijke invloed heeft op de rug van het paard. We zien eigenlijk 3 verschillende versies van de hoofd-hals-houding:

1)      De relatieve oprichting, met gedragen rug: zo hoort het!

Relatieve oprichting

Deze natuurlijk hoofd-halshouding (1° halswervel is hoogste punt) maakt het mogelijk dat de belangrijke spieren vrij en ontspannen hun werk kunnen doen en dat ze sterker kunnen worden door training. Zo kan het paard zijn rug los laten en kan hij/zij de ruiter vrij en ontspannen dragen. Door deze losgelatenheid, krijg je een takt-zuiverheid van de natuurlijk basisgangen en kan het paard de echte verzameling ontwikkelen (meer buiging in de gewrichten van het achterbeen).


2)      Absolute oprichting, met een holle rug en een te hoog ingestelde hoofd-halshouding



Bij absolute oprichting is de hoofd-hals-as hoger en korter ingesteld (2° halswervel hoogste punt). Het paard vertoont een vals knik, een kort ingestelde hals, een holle rug en een achterbeen dat achter het lichaam geplaatst is. Hij/zij zal proberen om het ruitergewicht te dragen (en zijn romp op te tillen) door het aanspannen van zijn lange rugspier. Het paard zal later doorzakken in de rug, waardoor de verbinding tussen de achterhand en voorhand verloren gaat. Paarden die op deze manier bereden worden vertonen disharmonische gangen, een te snelle draf met achterblijvende achterhand, viertaktsgalop, verzet, … Al deze problemen leiden dan op hun beurt tot het inzetten van hulpteugels, die het oorspronkelijke probleem alleen maar verergeren. Na jaren treedt er naast psychische schade ook lichamelijke slijtage op.



3)      Rollkür of hyperflexie, met een overstrekte rug en een te diep ingestelde hoofd-halshouding



In deze houding wordt de rug inderdaad wel naar omhoog gegeven, maar deze is wel overstrekt en het achterbeen wordt achter het lichaam geplaatst. Het gevaar aan deze houding is dat er wel nog een grote beweging kan zijn, maar dit mag niet verward worden met beweeglijkheid. De overstrekte rug is niet ontspannen en losgelaten. Deze paarden vertonen  een rechte bovenlijn van de rug, met een achterhand die achterblijft en waarbij geen extra buiging van de gewrichten van het achterbeen zichtbaar zijn (bij verzameling of uitgestrekte gangen). Dikwijls gaan deze paarden proberen te ontsnappen aan het ruitergewicht door weg te lopen. Als reactie gaat de ruiter een sterkere handinwerking krijgen en gaat zo het probleem alleen maar verergeren. Om deze vluchtreactie te controleren, worden deze paarden dikwijls eerst “moe” gereden, alvorens aan de proef te beginnen.


Bij paarden die bereden worden volgens de tweede of derde methode, ontstaan na verloop van tijd veel spierproblemen en geblokkeerde wervels. Deze kunnen weliswaar verholpen worden door osteopathie en sportmassage, maar om een los en ontspannen paard te behouden, is het wel belangrijk om op een correcte manier met je paard te trainen.

Ik heb mijn informatie gehaald uit het boek “Dressuur onder vuur” van Dr. Gerd Heuschman.  Lezers die hier meer over willen weten, raad ik sterk aan om dit boek te lezen.  Je krijgt er een basisuitleg over de anatomie van het paard waardoor je beter kunt verstaan wat “goed” en wat “fout” is voor je paard.