Hoe voorkom je peesblessures?

Peesblessures komen meestal voor aan de voorbenen van het paard.  60% van het gewicht van het paard wordt gedragen door deze voorhand. Dit geeft echter in normale omstandigheden geen problemen voor het paard.

De buigpezen zijn eigenlijk ook spieren. Elke spier gaat aan zijn oorsprong en insertie over in een stukje pees. Het is dus de pees die de spier verbindt met het bot. De buigpezen van het voorbeen beginnen dan ook als spier (thv de ellebogen) en gaan over in pezen (diepe en oppervlakkige)  thv de voorknie.

Alle spieren van het voorbeen ontvangen hun zenuwimpulsen vanuit de regio van de schoft (laatste halswervels- eerste borstwervels). Wervelblokkades in deze regio kunnen dus oorzaak zijn van verkrampte spieren van het voorbeen, zoals de schouderspieren en de buigpezen.

Schouderproblemen komen heel veel voor bij paarden. Wanneer je paard bv moeilijk in de linker galop wilt gaan, ligt de oorzaak waarschijnlijk bij verkrampte schouderspieren aan de linkerkant. Hierdoor gaat het paard geen gewicht willen nemen op de linker schouder en dus liever in de rechter galop gaan (zie ook  een volgende blog over galopproblemen).

Als je paard moeilijk kan bewegen vanuit de schouder door strakke spieren (85% van de paarden heeft dit al voor de leeftijd van 3 jaar), komen de buigpezen ook onder spanning te staan en voor je het weet, ontstaat er een peesblessure.

Je kan een peesblessure natuurlijk niet altijd vermijden, maar als je ervoor zorgt dat je paard geen wervelblokkades heeft en soepele schouderspieren heeft, zal je paard onder normale omstandigheden veel minder snel een peesblessure oplopen.